zaterdag 24 april 2010

De ‘Spade Regen opwekking’

.
Onderstaand artikel is hoofdstuk 6 uit het boek: “Dingen die haast geschieden moeten” (een systematische verklaring van het boek Openbaring), van br. H. Siliakus.
Noot: Deze studie staat nog niet op onze website.














Inleiding:
Wij willen eerst de vraag beantwoorden WAAR in het boek Openbaring over de tijd van de ‘Spade Regen opwekking’[1] gesproken wordt. Wij zullen deze vraag ZO beantwoorden, dat inzicht wordt verkregen in de wijze waarop deze opwekking zich zal ontwikkelen (of, preciezer: hoe deze opwekking zich zal ontwikkelen volgens het boek Openbaring).

Ondanks misleiding/verleiding, vervolging, verdeeldheid en verwereldlijking, zal er in de laatste dagen toch een Gemeente ontstaan, die trouw is aan Christus, die jaagt naar de heiligmaking en de vrede onder elkaar en die groeit in de genade en kennis van Christus: de Gemeente van Filadelfia[2] (hetgeen betekent: “broederliefde”). De Spade Regentijd begint als aan deze Gemeente de belofte van Openbaring 3 vers 8 vervuld wordt: Jezus geeft haar “een geopende deur”. Paulus kende deze ervaring in zijn bediening (zie 1 Kor. 16:9) en HIJ is het ook die deze “deur van Jezus” in Kolossenzen 4 vers 3 noemt: “de deur van het Woord”. Hieruit kunnen wij opmaken, dat de ‘Spade Regen opwekking’ begint als DOOR GOD AANGESTELDE PREDIKERS beginnen te spreken en te openbaren “de verborgenheid van Christus”. Waarlijk, als de “ruiter op het witte paard” (zie Openb. 6:2)[3] tot zijn machtigste en heerlijkste manifestatie komt, zal wederom en nu als nooit tevoren de “boog” (d.i. het Woord van God) zijn instrument zijn! De opwekking begint namelijk met WOORD-openbaring (d.i. het openbaar worden van Gods WOORD, waardoor velen het juiste, van God gegeven inzicht zullen ontvangen – AK). De getrouwe christenen, de “overwinnaars”, zullen “eten van het Manna dat verborgen is/was” (zie Openb. 2:17).
Zoals wij (in een vorig hoofdstuk) al aangetoond hebben, breekt de Spade Regentijd aan NA de opening van het zesde zegel. Zes van de zeven zegels van het – voorheen verzegelde – Boek (met daarin het Woord van God) zullen in die tijd dus reeds verbroken/geopend zijn. Het is in die dagen dan ook wel te verwachten – wanneer de tijd als het ware “voortsnelt” naar de opening van het zevende en laatste zegel – dat het opengaan van dit Woord (van God) geen gebeuren in het verborgen meer zal zijn (hoewel het voor de ongehoorzame en trage/lauwe christenen verborgen zal BLIJVEN). Bovendien zal er sprake zijn van een “tempoversnelling”. Het gestage, langzaamaan, opengaan van het Woord (d.i. het opengaan van alle zeven zegels, volgens ons begonnen rond ± 1900 met de opening van het eerste zegel) zal, wanneer het scheuren van het laatste zegel ophanden is, overgaan in en zich versnellen tot een ware “explosie van heilige kennis” (wat voor de Bruidsgemeente uiteindelijk het intreden van de staat van VOLMAAKTHEID ten gevolge zal hebben). De verstandigen (SV: de leraars) zullen blinken…” (zie Dan. 12:3)!

Toch gaat aan deze (Goddelijke) Woordopenbaring nog iets vooraf. Openbaring 3 vers 8 leert ons dat Jezus “een geopende deur” aangaande Zijn Woord geeft, omdat de Filadelfia-Gemeente “kleine kracht” heeft en “Zijn Woord BEWAARD”. Om met het laatste te beginnen, “Gods Woord bewaren” is altijd HET kenmerk van getrouwheid. Welk een stimulans ontvangen wij hier om in dit “bewaren” te volharden! “Kleine kracht” is GELOOFS-kracht (zie mijn artikel: “Geprofeteerde vernieuwing van het geloof”[4]). Bestudeer Mattheüs 17 vers 20 in samenhang met Mattheüs 13 vers 32a. Een krachtige vernieuwing van het geloof en een getrouw “bewaren van Gods Woord” – dit laatste zal reeds gedurende een lange tijd van tevoren door de getrouwe christenen beoefend zijn; de geloofsvernieuwing zal mede voortkomen uit dit “bewaren” – vormen het eigenlijke begin van de grote toekomstige opwekking! Kolossenzen 4 vers 3 geeft verder aan – en dit wordt bevestigd door Openbaring 5 vers 8 – dat aan de geopende deur van het Woord ook altijd gebedsactie voorafgaat (zie hiervoor ook nog mijn artikel: “Het teruggevonden Boek”[5]). De getrouwe christenen zullen reeds gedurende een lange tijd om de opwekking gebeden hebben.

Als de opwekking eenmaal is begonnen, is de volgende ontwikkeling, dat een krachtige, jaloersmakende en heiligende invloed uitgaat van deze getrouwe Gemeente op de lauwe en wereldsgezinde gelovigen van de Laodicea-Gemeente[6]. Dan breekt de tijd aan, dat verkrijgbaar zijn:
• het “goud” (de wezenlijke geestelijke rijkdom),
• de “witte klederen” (de staat van reinheid en heiligheid) en
• de “ogenzalf” (het geestelijk inzicht en geestelijk onderscheidingsvermogen; ZONDER “ogenzalf” GEEN Woordopenbaring!) van Openbaring 3 vers 18.
Een gedeelte van de lauwe christenen zal zich dan alsnog bekeren en zodoende toegevoegd worden aan de uiteindelijke Bruidsgemeente (de “overwinnaars” van Laodicea – volgens Openb. 3:21). De overgrote meerderheid van de “lauwe christenen” zal zich echter pas van haar geestelijk tekort bewust worden, wanneer het te laat is (zie Matth. 25:8-12).

Daarna zal de opwekking zich gaan uitbreiden en zal het de aandacht gaan trekken van heel de wereld. Met een kracht – overtuigingskracht, maar ook ANDERE geestelijke kracht, waardoor vele wonderen en tekenen zullen geschieden – en een autoriteit als nooit eerder gekend, zal het “Evangelie van het Koninkrijk (van God) gepredikt worden onder alle volkeren (zie Matth. 24:14). Op deze tijd heeft Openbaring 22 vers 17 betrekking:
“En de Geest en de bruid zeggen: Kom! En laat hij die het hoort, zeggen: Kom! En laat hij die dorst heeft, komen; en laat hij die wil, het Water des levens nemen, voor niets.”
Het is de sluitingstijd van ‘de tijdsbedeling van de genade’[7] (d.i. het tijdperk van de Gemeente en van de Heilige Geest – van in totaal 2000 jaar). Door de volle INWONING van de Heilige Geest zal van de Bruidsgemeente een grote WERVINGSKRACHT uitgaan. De uitnodiging “Kom” (uit Openb. 22:17) zal door steeds meer mensen overgenomen worden en vele dorstige zielen zullen komen om te drinken van ‘het levende water van Gods Geest’ (zie o.a. Joh. 4:10-14, 7:38-39 en Openb. 22:17), die in die dagen overvloedig zullen vloeien, en gebruik maken van de laatste gelegenheid om zich te bekeren (lees Spr. 1:20-23).

Het meest wezenlijke van de ‘Spade Regen opwekking’ zal zijn: een KRACHTDADIGE UITSTORTING van de Heilige Geest, zoals wij kunnen lezen in Joël 2 vers 28-32:
“Daarna zal het geschieden dat Ik Mijn Geest zal UITSTORTEN op alle vlees: uw zonen en uw dochters zullen profeteren, uw ouderen zullen dromen dromen, uw jongemannen zullen visioenen zien. Ja, zelfs op de dienaren en op de dienaressen (SV: de dienstknechten en dienstmaagden, namelijk op de ‘minsten’ in de Gemeente) zal Ik in die dagen Mijn Geest UITSTORTEN. Ik zal wondertekenen geven aan de hemel en op de aarde: bloed en vuur en rookzuilen. De zon zal veranderd worden in duisternis en de maan in bloed, voor die grote en ontzagwekkende dag van de HERE komt. Het zal geschieden dat ieder die de Naam van de HERE zal aanroepen, behouden zal worden. Want op de berg Sion en in Jeruzalem zal ontkoming zijn, zoals de HERE gezegd heeft, namelijk bij hen die ontkomen zijn, die de HERE roepen zal.” (HSV)
Zoals Joël 2 vers 32 al doet vermoeden, zal er dan nog een “grote oogst” van zielen worden binnengehaald (want NA de spade of late regens[8] volgt, net als in de natuur, de OOGSTTIJD!) Zoals wij ook kunnen lezen in Jakobus 5 vers 7:
“Wees daarom geduldig, broeders, tot de komst van de Here. Zie, de landbouwer verwacht de kostbare vrucht van het land, en heeft daarbij geduld, totdat het de vroege en late (SV: spade) regen zal hebben ontvangen.” (HSV)
Zelf VOL zijnde van het Woord (van God), zal de Gemeente met ruime hand aan de hongerige zielen kunnen uitdelen.

KLIK HIER als u deze studie - die te lang is voor op het weblog - verder wilt lezen.

H. Siliakus

[1] De Spade (of Late) Regen = Het beeld van de uitstorting van de Heilige Geest in de eindtijd – zie Joël 2:23b en 28-29. Terwijl de zgn. Vroege Regen het beeld is van de uitstorting van de Heilige Geest op de Pinksterdag (zie Handelingen, hoofdstuk 2, vooral de verzen 1-4).
• Zie eventueel – op onze website
http://www.eindtijdbode.nl/ – de studie: “De uiteindelijke, Goddelijke HEERLIJKHEID van de ware Gemeente/Kerk van de Here Jezus Christus in de eindtijd, die is GROTER dan die van de eerste Gemeente/ Kerk”.
[2] Zie de studie “
Tot welke Gemeente behoren wij?”, op ons Weblog van 24 januari 2010.
[3] Zie eventueel – op onze website
http://www.eindtijdbode.nl/ – de studie: “Een ANDER geluid – Wie is de ruiter op het WITTE paard uit Openbaring 6?”.
[4] Uit het blad ‘de Tempelbode’ van oktober 1981. Op aanvraag te verkrijgen via
info@eindtijdbode.nl
[5] Uit het blad ‘de Tempelbode’ van mei 1982. Zie de studie “
Het teruggevonden Boek” op ons Weblog van 24 juli 2009.
[6] Zie noot 2.
[7] De (tijds)bedeling van de genade = De periode die de verhouding tussen God en mens NA Christus’ (1ste) komst aangeeft.
[8] Zie noot 1.

vrijdag 23 april 2010

Boekbespreking 7: Beschouwingen over het boek HOOGLIED

.
Een Bijbelstudie van H. Siliakus,
uitgegeven door uitgeverij “De Eindtijdbode”.

Het schoonste lied
Het schoonste lied aller liederen, zoals het Hooglied heet in de letterlijke vertaling, laat zich alleen met een heilige verwondering bevatten. En alleen met heilige schroom kunnen en mogen wij de uitleg ervan ter hand nemen. Zo hoog verheven, maar tegelijk ook teer en heilig, is wat ons hier getoond wordt. Voor heel Gods Woord geldt: “Mens, sta stil en aanschouw Gods wonderen!” (zie Job 37:14), bij het Hooglied worden we naar de hoogste top van Gods ‘Raadsplan der Eeuwen’ gevoerd en past ons alleen nog aanbidding en stille verwondering. Het beschrevene in dit boek heeft dan ook niets van doen met de zinnelijke liefde[1], maar heeft alles te maken met wat God Zich voorgenomen heeft van voor de grondlegging der wereld, namelijk om een Bruid voor Zijn Zoon te werven en om aldus in de volheid der tijden alles tot ÉÉN te vergaderen in Christus (zie Ef. 1:10).
Dat het Hooglied toegeschreven wordt aan koning Salomo, maakt het voor ons zo goed als zeker, dat het verhaalde wortelt in de zo merkwaardige geschiedenis van David en Abisag, de Sunamietische (of Sulammith – zie Hgl. 6:13). Zie hiervoor 1 Koningen 1 vers 1-4 en 2 vers 17-22. Hierover later meer. Maar het is – volgens de lezing van sommigen – ook “VOOR Salomo” en wij mogen daar dan thans onder verstaan: “voor de grote Vredevorst”, onze Here Jezus Christus (Salomo = vredevorst). Hij, Die voor ons aan het kruis vrede gemaakt heeft door Zijn Bloed (zie Kol. 1:20). En Die van Zichzelf eenmaal getuigde: “Meer dan Salomo is hier” (zie Matth. 12:42). Spoedig komt Hij weer om Zijn volmaakt en heerlijk Vrederijk op aarde te vestigen en over het wonderlijke en heerlijke gebeuren dat daaraan voorafgaat, gaat het hier in het boek Hooglied. Het is nabij, nader als u denkt. Maar wat hier beschreven wordt, is enkel voor diegenen die ook naar Zijn tegenwoordigheid en nabijheid hunkeren. Dat ons leven dan ook moge staan in dit teken van: “voor onze Salomo”!

De wens van de Bruid
Het boek opent met een wens (zie vers 2). Onze wensen zeggen iets, zo niet veel, over wat er leeft in onze ziel, over ons karakter, maar ook over hoe het staat met onze geestelijkheid. Als we lezen wat er geschreven staat: “Wat u ook begeert, het zal u gegeven worden” (zie Joh. 16:23-24), dienen we wel te beseffen, dat dit slecht bestemd is voor ware discipelen en voor hen die boven alles deze wens van de Bruid koesteren! In Hooglied 2 vers 14b zegt de Bruidegom tot de Bruid: “Doe Mij uw stem horen”. Het is het verlangen naar Christus’ levende tegenwoordigheid, wat het zieleleven van de Bruiloftskinderen beheerst. De diepste zielewens van een verlost mensenkind: “Hij kusse mij met de kussen van Zijn mond” (vers 2a). Er is aan voorafgegaan ‘een opengaan van de ogen’ voor Wie Jezus is en voor wat Hij voor ons gedaan heeft. Een hart dat openging voor de liefde Gods in Hem (d.i. Jezus) geopenbaard en voor de overvloed van Zijn genade. En nu is Hij, Zijn Persoon, Degene op Wie al ons verlangen en begeren gericht is. Hij is ons “al in alles” (zie o.a. Ef. 1:23 en Kol. 3:11b). In Zijn nabijheid vinden wij alles wat wij behoeven. Die wens doet al de andere wegsmelten als sneeuw voor de zon. En hoe meer dit verlangen naar Hem de drijvende kracht wordt van ons leven, des te minder zal satan vat op ons hebben. Hij zal wel zoveel mogelijk proberen ons in het nauw te brengen, maar wij zullen zijn listige omleidingen[2] onderkennen. Bovendien betekent hunkeren naar de nabijheid van Jezus, dat wij kracht ontvangen. Want de Geest van God zal ons ondersteunen en zal ons te hulp komen. “Die de Here verwachten, zullen de kracht vernieuwen” (Jes. 40:31a). Verwacht niet alleen Zijn verschijning en tegenwoordigheid straks, maar verwacht ook Zijn levende nabijheid NU! Dit zal het deel zijn van de Bruidsgemeente!

Tot zover de “Boekbespreking”. Als u deze studie wilt lezen,
KLIK HIER.

A. Klein

[1] Zinnelijk = De zinnen (d.i. de gedachten en/of gevoelens) bevredigen. Zinnelijke liefde = De vleselijke, wellustige liefde.
[2] "Zijn listige omleidingen" = Waardoor satan velen langs een andere weg - dus niet langs DE WEG (van dood en opstanding), die Christus ons wijst - worden geleid.

zaterdag 10 april 2010

Podium en Gemeente - deel 10

.

Schriftuurlijke richtlijnen, praktische wenken en raadgevingen voor hen, die in een Gemeentelijke bediening staan.





Voor ALLE duidelijkheid:
Dit 10de hoofdstuk moet men NIET los zien van alle voorgaande 9 hoofdstukken van “Podium en Gemeente”, anders zou men een verkeerd beeld van de inhoud kunnen krijgen.

Hoofdstuk 10 (zie noot 1)
De verborgenheid van de ONgerechtigheid – de valse arbeiders

Valse christussen
De tijd is rijp om, ten aanzien van dit profetisch onderwerp uit de Bijbel, de sluier te lichten. Daar is ontzaglijk veel hierover te schrijven, maar toch zal ik mij bepalen tot de hoofdlijnen, terwijl ik het verdere BIDDENDE onderzoek gaarne aan u overlaat.
Wij zullen het allen eens zijn, wanneer wij op de voorgrond stellen, dat wij in zeer gevaarvolle tijden leven, die een aanvang namen met de opmars van het communisme. Hoe godslasterlijk deze beweging[2] ook is, zij is toch meer ingesteld op het maatschappelijke, politieke vlak. Aangezien dit NIET het terrein is van de Gemeente van onze Here Jezus Christus, zullen wij ons ook niet wagen aan een dieper onderzoek van deze beweging. Wij willen onze blik liever richten op iets anders, iets dat in wezen nog veel gevaarlijker is dan bovengenoemde (communistische) beweging. Als wij het duidelijk en eenvoudig mogen neerschrijven, komt één en ander op het volgende neer:
Daar is behalve een “politiek communisme” ook nog een soort “geestelijk communisme” – dat de Gemeente, als het Lichaam van Christus, als werkterrein heeft – met als beoogd doel: de Gemeente des Heren te beroven van de rijkdom van haar geestelijk bezit. O, wij dienen in deze dagen VOORTDUREND voorzichtig te wandelen, want de duivel, die weet dat hij nog maar een korte tijd heeft, heeft nagenoeg een einde gemaakt aan zijn openbaring “als een brullende leeuw” (zie 1 Petr. 5:8) en is allang begonnen met het zich manifesteren “als een engel van het licht” (zie 2 Kor. 11:14). Het is met het oog hierop, dat de waarschuwing van de apostel Paulus, gegeven aan de ouderlingen te Efeze, een grote, niet te onderschatten profetische waarde heeft VOOR ONS, “tot wie het einde van de (huidige) wereld gekomen is” (1 Kor. 10:11, HSV).
“Wees dan op uw hoede wat uzelf betreft, en (op) heel
de kudde, waarover de Heilige Geest u tot opzieners aangesteld heeft, om de gemeente van God te weiden, die Hij verkregen heeft door Zijn eigen bloed.” (Hand. 20:28, HSV)

Valse Pinksterstromingen
De stromingen in ons hedendaagse Pinksteren[3], die ik in het afgelopen jaar (geschreven omstreeks 1965, maar m.i. ook nu nog zeer actueel – noot AK) van zeer nabij heb mogen gadeslaan en waaraan ik – voor een dieper onderzoek – aan de hand van Gods Woord bijzondere aandacht heb besteed, hebben mij in mijn overtuiging, die ik van de Heilige Geest ontvangen heb en niet van mensen, alleen maar gesterkt. Ja, meer nog! Deze hebben mij ervan overtuigd dat wij het tijdperk van de “valse christussen” reeds zijn binnengetreden…..
Direct wil ik hierbij aantekenen dat het zeker niet mijn bedoeling is om in dit bestek uit te wijden over de door mij – hier in Amerika[4], overal waar mij de gelegenheid geboden werd – meegemaakte grote “opwekkings-bijeenkomsten” (?), noch over de personen, die als leiders daarbij betrokken waren, en nog zijn. Ik vraag slechts uw aandacht voor wat zich nu, in onze tijd, afspeelt op het “Pinkster-toneel” (dat is: in die Gemeenten waar de Pinksterboodschap en de Pinksterervaring – dus: de boodschap over en de ervaring van de uitstorting van en/of de vervulling met de Heilige Geest – gepredikt en ervaren wordt)… Dit is op zichzelf al meer dan genoeg en alle aandacht en onderzoek, met de Bijbel als richtsnoer, ten volle waard.
Als wij een open hart hebben, vrij van alle vooroordelen, sympathieën of antipathieën, dan zullen wij geestelijk bekwaam zijn om door de Heilige Geest geleid te worden in ALLE waarheid. Zo doende zullen wij in staat zijn om, kijkende door de brillenglazen van het profetisch Woord van God, gewaar te worden welke soort crises (meervoud!) zich vandaag-de-dag aan ons voordoen. U zult hoe langer hoe meer (leren) inzien, mijn broeder en mijn zuster, dat u – als u de waarheid (d.i. Gods waarheid) wilt verstaan – uw eigen ogen niet meer kunt vertrouwen, maar dat u moet “zien” met de ogen van Gods Geest, zeker wat het profetisch Woord van God aangaat!
Elke crisis, zowel in uw eigen leven alsook in het gemeentelijk leven, moet u dringen tot een dieper onderzoek van Gods (profetisch) Woord. Hemel en aarde zullen voorbij gaan, maar het Woord van God blijft tot in der eeuwigheid! Amen.
Op dit Woord kunt u bouwen, OVERAL en ALTIJD. Zij, die (volkomen) op het Woord van God bouwen en vertrouwen zullen niet overweldigd kunnen worden door satan en zijn machten[5]. Gelooft u dat? Zo ja, dan bent u gelukzalig en dus (zeer) te prijzen! Want, (alles) wat “verborgen” is wordt geopenbaard! Elke “verborgenheid” komt tot openbaring langs de profetische lijnen van het Woord van God… God Zelf is de Bron van ALLE openbaring; Jezus als Gods Zoon is de Drager of Mededeler van die openbaring, terwijl de 3de Persoon (beter gezegd: de 3de Openbaringsvorm[6]) van de Godheid, zijnde de Heilige Geest, het Einde of de Volmaking is van alle openbaring. Dit zal u overtuigen van het feit dat wij ALTIJD afhankelijk zijn van de 3-Enige God (beter gezegd: van de 3 Openbaringsvormen van God – zie noot 6), in het bijzonder als het aankomt op de ontsluiering van enige “verborgenheid”.
Naast “de grote verborgenheid” in Efeze 5 vers 32a, het “geheimenis” of “de verborgenheid” van het huwelijksleven, “met het oog op Christus en de Gemeente” (zie Ef. 5:32b, HSV), lezen wij in de Bijbel ook nog van “de verborgenheid van de ONgerechtigheid” (zie 2 Thess. 2:7) en/tegenover “de verborgenheid van de gerechtigheid”. Deze beide “verborgenheden” beginnen tegelijk in het boek Genesis en lopen, als twee profetische lijnen, parallel door de gehele Bijbel heen tot in het boek Openbaring. De laatste (namelijk: “de verborgenheid van de gerechtigheid”) vindt haar climax in Openbaring 12[7] en de eerste (namelijk: “de verborgenheid van de ONgerechtigheid”) in Openbaring 17[8].
Gods voornemen en plan is:
“om de Gemeente in al haar heerlijkheid voor Zich te plaatsen, zonder smet of rimpel of iets dergelijks, maar heilig en smetteloos.” (Ef. 5:27, HSV)
Het is deze Bruidsgemeente, die door de apostel Johannes op Patmos gezien werd als “een groot teken in de hemel: een vrouw[9], bekleed met de zon en de maan was onder haar voeten en op haar hoofd een kroon van twaalf sterren[10] (Openb. 12:1). De duivel werkt als een imitator, als de “grote na-aper” in Gods Plan der Eeuwen, en zijn duivels werk werd door Johannes als volgt gezien:
“En ik zag een vrouw zitten op een scharlakenrood beest, dat vol van godslasterlijke namen was,… En de vrouw was bekleed met purper en scharlaken, en versierd met goud en edelgesteente en parels, en ze had een gouden drinkbeker in haar hand, vol van gruwelen en van onreinheid van haar hoererij. En op haar voorhoofd stond een naam geschreven, een geheimenis (SV: verborgenheid): het grote Babylon, de moeder van de hoeren (SV: van de hoererijen; namelijk GEESTELIJKE hoererij, d.i. afgoderij) en van de gruwelen van de aarde.” (Openb. 17:3b-5, HSV)
Waar de apostel des Heren “ijverig was met een ijver Gods, om de Gemeente toe te bereiden, om haar ALS EEN REINE MAAGD voor te stellen aan een Man, namelijk aan Christus” (zie 2 Kor. 11:2), daar is de duivel bezig om door “oogverblindende versieringen” zijn vrouw (door God “de grote hoer[11] genoemd! – zie Openb. 17:1) aan de mensheid voor te stellen als “de ware kerk”. En zo betoverend was inderdaad haar satanische schoonheid dat Johannes “zich bovenmate verbaasde toen hij haar zag”! (zie Openb. 17:6b). De engelachtige boodschapper bracht Johannes tot bezinning met deze woorden: “Waarom verwondert u zich?” (Openb. 17:7a).
Vandaag-de-dag zien wij (vele) vertoningen, betogingen en massa-bijeenkomsten, die ons allemaal brengen tot grote verwondering. Laat niemand zeggen er ongevoelig voor te zijn! Wij moeten allereerst beginnen om eerlijk te zijn tegenover onszelf! Als wij op de massa blijven zien dan zullen wij op een gegeven ogenblik “overweldigd” worden, wij zullen er door geïmponeerd worden. Maar “Bijbels geloof” is nooit gericht op de massa; Bijbels geloof houdt zich niet bezig met wat het oog ziet. Integendeel, wij lezen:
Door het geloof heeft Noach, toen hij een Goddelijke openbaring ontvangen had van DE DINGEN DIE NOG NIET TE ZIEN WAREN, uit ontzag voor God de ark gebouwd…” (Hebr. 11:7a, HSV)
Door het geloof is Abraham, toen hij geroepen werd, gehoorzaam geweest om weg te gaan naar de plaats die hij tot een erfdeel ontvangen zou. En hij is weggegaan ZONDER TE WETEN WAAR HIJ KOMEN ZOU.” (Hebr. 11:8, HSV)
Door het geloof heeft Izak zijn zonen Jakob en Ezau gezegend, MET BETREKKING TOT TOEKOMSTIGE DINGEN.” (Hebr. 11:20, HSV)

KLIK HIER om deze studie (deel 10, en tevens het laatste deel) – die te lang is voor op het weblog – verder te lezen![12]

CJH Theys[13]


[1] Vermeld bij de 1ste uitgave, onder redactie van E. van den Worm: Wij, als redactie hebben de vrijheid genomen om aan deze studie een al eerder uitgegeven werk van br. Theys, met de titel: “DE VERBORGENHEID VAN DE ONGERECHTIGHEID”, als hoofdstuk 10 toe te voegen.
[2] Deze oorspronkelijke studie (zie noot 1) is geschreven omstreeks 1965.
[3] In Pinksteren = In die Gemeente(n) waar de Pinksterboodschap en de Pinksterervaring – dus: de boodschap over en de ervaring van de uitstorting van en/of de vervulling met de Heilige Geest – gepredikt en ervaren wordt. De schrijver spreekt in dit 10de hoofdstuk van deze studie vooral (als waarschuwing) tot de “eigen parochie”. Maar de inhoud van deze studie zal ongetwijfeld ook voor andere Gemeenten en/of christelijke groeperingen (kunnen) gelden.
[4] Br. Theys heeft een aantal jaren les gegeven aan de Bethel Temple Bijbelschool in Seattle te Amerika, waartoe hij was gevraagd, om daar met name het vak “Tabernacles” te gaan doceren (vanwege zijn diepe inzicht in de symboliek van de Tabernakel). Zie eventueel – op onze website http://www.eindtijdbode.nl/ – zijn uitgebreide studie “Christus in de Tabernakel”.
[5] Zie eventueel op onze website de studie: “De overwinnaars; over (de macht van) zonde en satan in de eindtijd” van E. van den Worm.
[6] In Deut. 6:4 staat: “Luister, Israël! De HEERE, onze God; de HEERE is één! (dus één Persoon!) (HSV).
Dit wordt ook onderschreven door het feit, dat de beide cherubs en het verzoendeksel uit één brok goud moesten worden gesmeed (d.i. geslagen) (zie Exodus 25:18). De beide cherubs en het verzoendeksel beelden onze almachtige God in Zijn drie openbaringsvormen uit. De cherubs beelden de Vader en de Heilige Geest uit, en het verzoendeksel beeldt het Lam, de Zoon van God uit. Gods wezen is een EENheid. Hij is één Wezen, één Persoon. De leer, dat God uit drie personen bestaat, is een dwaling. Het is dus beter te spreken van de 3 Openbaringsvormen van God, te weten:
1. de 1ste Openbaringsvorm van God: de Vader
2. de 2de Openbaringsvorm van God: Jezus, de Zoon
3. de 3de Openbaringsvorm van God: de Heilige Geest.
Net zoals wij mensen ook bestaan uit: lichaam, ziel en geest.
• Zie eventueel nog de studie: “De natuurlijke mens en de Heilige Geest” van CJH Theys.
[7] Zie eventueel op onze website de studie: “Een ANDER geluid – Wie is de VROUW uit Openbaring 12?” van A. Klein.
[8] Zie eventueel op onze website de studie: “De valse staatskerk van de laatste dagen – De grote hoer van Openbaring 17” van E. van den Worm.
[9] Zie noot 7.
[10] Wij willen hier ook de zon, maan en sterren nader beschouwen. In het licht van Bijbelse profetie kunnen wij alsdan het volgende vaststellen:
• De “zon” is nog altijd het symbool van de Heerlijkheid Gods, van de Vader, als de 1ste “Persoon” (beter gezegd: de 1ste Openbaringsvorm – zie noot 6) van de Godheid.
• De “maan” is nog altijd het symbool van het gebroken Lichaam en uitgestorte Bloed van de Here Jezus, de Zoon van de levende God en de 2de “Persoon” (beter gezegd: de 2de Openbaringsvorm) van de Godheid – de Centrale Figuur.
• De “sterren” in hun menigvuldigheid zijn het symbool van (de veelvuldige gaven van) de Heilige Geest, de 3de “Persoon” (beter gezegd: de 3de Openbaringsvorm) van de Godheid. De 12 sterren wijzen hier ook op 12 met Gods Geest vervulde personen – kinderen Gods – die hier dienen te worden onderscheiden als degenen, aan wie het “leiderschap” in de tijd van het einde gegeven is. Openbaring 1:20b schenkt ons in deze het nodige licht.
[11] Zie noot 8.
[12] Voor deel 1 t/m 9 van “Podium en Gemeente”, zie ons Weblog van 4/6, 10/7, 10/8, 10/9, 10/10, 10/11, en 10-12-2009, 10/1, 10/2 en 10-3-2010.
[13] Voor meer over de schrijver van deze studie, zie het artikel op ons weblog van 23-8-2009.

vrijdag 9 april 2010

Boekbespreking 6: De natuurlijke mens en de Heilige Geest


Een Bijbelstudie van Bijbelleraar C.J.H. Theys[1],
uitgegeven door uitgeverij “De Eindtijdbode”.

Een kort woord vooraf van de schrijver
Ieder mens heeft zijn eigen zwakheden en gebreken. Daarvandaan dat de Here Jezus gezegd heeft, dat de mens “wedergeboren” moet worden. Alleen deze Schriftuurlijke wedergeboorte vormt de inleiding tot het ontvangen van de doop met de Heilige Geest. Daar is géén andere weg (zie Joh. 7:37-39). De wedergeboren mens wordt dan een kind van God, Die hem Zijn Goddelijke natuur mededeelt (schenkt). Dit schenken van die Goddelijke natuur is een soevereine daad van God. Door de Geest en het Woord wordt deze als het ware “ingeplant”. Zoals de mens door zijn natuurlijke geboorte deel kreeg aan de gevallen en van God vervreemde natuur, zo krijgt hij door de wedergeboorte deel aan de Goddelijke natuur. Hieronder volgen Schriftplaatsen uit de Statenvertaling[2] van de Bijbel. Het Woord van de levende God zal ons tenslotte moeten overtuigen als instrument van de Heilige Geest. Het is de Heilige Geest Die bovennatuurlijke kenmerken kan brengen in het leven van de wedergeboren mens. Uitgaande van zijn natuurlijke schepping is ieder mens een eigenaardig en merkwaardig “mengsel van sterke, maar òòk van zwakke kanten”. In totaliteit vormen deze zijn karakter. Van menselijke kant is daar niets aan te doen. Daarom roept een liefdevolle God de mens tot “bekering”; hij moet zich tot God wenden, zich naar God toekeren, Die Zijn bemoeienissen zal voortzetten en in kracht zullen doen toenemen. De mens wordt alsdan “klaargemaakt” voort een “nieuw leven”, waarin de Heilige Geest de leiding neemt zolang als de mens zich aan Hem wil onderwerpen. Deze brochure wil er toe dienen meer duidelijkheid te brengen in deze hoogst interessante en voor het geloofsleven hoogst belangrijke zaak. Moge de Here van hemel en aarde Zijn onmisbare zegen schenken aan de inhoud – deze is de bede van de schrijver. Hem zij de glorie! Amen.

Inleiding
Nu al moet het duidelijk zijn, dat Christus “DE Bron”, DE Oorsprong” is, en dat het nieuwe leven dezelfde hoedanigheden en karaktertrekken kent als in Christus… dezelfde vreugden en dezelfde verlangens. Dit leven kan daarom alleen vrij tot uiting komen, kan zich enkel vrijelijk demonstreren (openbaren) als het kan werken zoals het destijds in Jezus Christus werkzaam was toen Hij in Zijn rondwandeling hier op aarde was. Daar zijn nog altijd mensen die zeggen, dat wij, in deze moderne wetenschappelijke en technisch-hoogstaande eeuw, in geheel andere omstandigheden verkeren dan in de dagen van Jezus Christus. Toegegeven, in zekere zin is dit ook zo, als wij alleen maar acht geven op al die hypermoderne vindingen en als wij enkel letten op en kijken naar alle gemakken. Maar niettegenstaande dit alles, is de menselijke natuur, het menselijke karakter, in de onderlinge relaties en verhoudingen met medemensen helemaal niet verandert; en in diezelfde omstandigheden openbaarde zich de Goddelijk natuur in Jezus Christus, toen Hij onder de mensen leefde.
Laten wij nu eens eerlijk deze zaken bekijken: Juist in deze “menselijke verhoudingen” vinden wij het gebied, waar de Goddelijke natuur werkzaam is in de levens van Gods kinderen, en dat ten behoeve van God in de allereerste plaats en direct daarna van de medemens(en).
Het is daarom een hóógst belangrijke zaak om deze niet-te-weerleggen waarheid van de Goddelijke natuur duidelijk in te zien!! Want zonder wedergeboorte, zonder deze Goddelijke natuur, is blijvende zaligheid niet mogelijk…
“Als iemand niet (SV: TENZIJ dat iemand) opnieuw geboren wordt, kan hij het Koninkrijk van God NIET ZIEN… Als iemand niet geboren wordt uit water en Geest, kan hij het Koninkrijk van God NIET BINNENGAAN” (Joh. 3:3b, 5b - HSV).
Wie “uit God geboren is”, is door die (weder)geboorte in een eeuwige verhouding met God gebracht. Hij kan alsdan deel hebben aan Zijn eeuwige Goddelijke natuur – aan Zijn eeuwig leven. De karaktertrekken, de kenmerken, van dit Goddelijk leven zijn “heiligheid en liefde”. Een wedergeboren leven vindt haar diepste bevrediging in een volkomen dienstbaarheid aan God en de medemensen.
Zùlk een mens kan dan ook alleen maar intens-gelukkig zijn, als hij/zij dit soort leven leeft, omdat alleen in zulk een leven de Goddelijke natuur zich zal ontplooien naar haar aard en het Goddelijk karakter zal groeien (toenemen) tot eer en verheerlijking van de Here Jezus Christus.

Tot zover de “Boekbespreking”. Als u deze studie wilt lezen, KLIK HIER.

A. Klein

[1] Als u iets meer wilt weten over deze Bijbelleraar, zie dan het artikel op ons Weblog van 23-8-2009. KLIK HIER
[2] Daar waar in deze studie de Bijbelteksten vermeld staan heb ik deze, voor uw leesgemak, zoveel mogelijk omgezet naar “de herziene Statenvertaling” (de deeluitgave uit 2006 – afgekort HSV). (noot AK)