zaterdag 24 juli 2010

Als hemelvlammen de aarde raken

.












De Geest, de volheid in Christus, het ontvangen van de heerlijkheid van God en het onszelf aanbieden aan Hem zijn vier elementen die onlosmakelijk aan elkaar zijn verbonden. De Geest voert ons naar Christus en Christus geeft Zichzelf als Zijn reactie op onze overgave aan Hem. Vervuld worden met de Geest en opgaan in Hem veronderstelt de beleving dat ik iets mis en dat Hij dat gemis aanvult. Dat doet Hij met Zichzelf, want de Geest is gericht op Christus. Dat is opwekking! En waar Pinkstervuur brandt, brandt Christus en gaan we spontaan overvloeien. Lofprijzing is dan niet beperkt tot het half uur van aanbidding tijdens de dienst, maar uitgebreid tot levensstijl.
De hemelse wijn maakt de tongen los. We schaamden ons eerst voor het Evangelie, maar nu dringt de liefde van Christus ons en verkondigen wij deze liefde. We worden dronken in Christus. We worden dronken in Zijn liefde. Dat mag, want de Geest wil uitbundigheid. "Ik ben gekomen, opdat zij leven hebben en overvloed hebben" (Joh. 10:10b). Dat schenkt de Geest (van God). Het is ook de Geest Die ervoor zorgt dat deze overvloed naar buiten komt: "Laat mijn mond vervuld worden met Uw lof en met Uw heerlijkheid, de hele dag" (Ps. 71:8). De Geest doet ons aan God genoeg hebben. Zodat we echt voldaan zijn. Zodat we gaan zitten en met vrede in vreugde opgaan in de glorie van God.
Dat is niet slechts een mystieke roes, want daarin ligt het gevaar van bandeloosheid. Ik moet dan denken aan bewegingen die de neiging hebben de Heilige Geest los te trekken van het Woord en van de Vader met Zijn Zoon. Dit gaat dieper. De overvloedige volheid van Gods Geest geeft de meest intense vrede en blijdschap. Geen aardse taal kan dit beschrijven. Het gaat alle verstand te boven. Het is hemels, aanbiddelijk, verrukkelijk! Wanneer de vrede van Christus regeert in ons hart (Kol. 3:15), verstaan we iets onoverwinnelijks, wat Pilkington zo treffend als volgt beschreef: "Jaren geleden werd één van onze vloten uiteengeslagen door een hevige storm. Het bleek echter dat enkele schepen niets te lijden hadden gehad onder het geweld. Ze waren in 'het oog van de orkaan', zoals zeelui dat noemen. Terwijl alles om hen heen verwoesting was, waren zij veilig. Zo is het met hem die de vrede Gods in zijn hart heeft."
Op de Pinksterdag sloegen de hemelvlammen van Gods liefde naar de aarde over! Een geweldige liefdesbrand werd in de harten van de discipelen ontstoken. Het Pinkstervuur doorgloeide hen. Lukas getuigt ervan in Handelingen 2: "En plotseling kwam er uit de hemel een geluid als van een geweldige windvlaag en dat vervulde heel het huis waar zij zaten. En er werden door hen tongen als van vuur gezien, die zich verspreidden, en het zette zich op ieder van hen" (de verzen 2 en 3). De vlammen sloegen hen boven het hoofd uit. Daar stonden ze: levend "in brand", als getuigen van God! De mannen gingen uit en lieten het hele rijk schudden op haar grondvesten.
Het is het verlangen van mijn hart dat de Kerk van Jezus Christus in onze dagen in haar eerste glorie zal staan. Dit verlangen stuit op weerstand, omdat hier een prijskaartje aanhangt. Dat heeft ermee te maken dat het Pinkstervuur van God een heilige brand is. Al het onze moet er eerst aan. Pas vanaf het moment dat dàt in vlammen opgaat, ontsteekt de Heilige Geest een liefdesbrand en zal de Gemeente van Christus ‘geuren en kleuren’ als een helder baken. Zal ze impact hebben in onze naties.
Gelet op het beschikbare in de Pinksterfontein van Christus moesten de vlammen wel boven onze huizen uitslaan. De Pinksterfontein vloeit op dit ogenblik! Onophoudelijk! Waarom heeft de Gemeente van Christus dan zo vaak niet de passievolle geestdrift van Pinksteren? Omdat ze niet in de stroom staat misschien? Immers: hoe kan de vlam boven het dak van Zijn Gemeente uitslaan, als er onder het dak niets aanwezig is?! Lopen we weg door de geestdrift te doden met zinloos tijdverdrijf, jacht naar geld en eer, goddeloos gebruik van televisie en internet en het stellen van menselijke producten boven dat wat God ons leert door Zijn Woord? Of gaan we op in onze activiteiten, resultaten en zegeningen in plaats van in Hem? Eens vroeg ik op een samenkomst: we bidden zo vaak om het vuur vanuit de hemel, maar zijn we er eigenlijk wel klaar voor?
"Hem nu Die machtig is te doen ver boven alles wat wij bidden of denken, overeenkomstig de kracht die in ons werkt, Hem zij de heerlijkheid in de gemeente, door Christus Jezus, in alle geslachten, tot in alle eeuwigheid. Amen." (Ef. 3:20-21).

15-6-2010 bron: John Kamphuis
Overgenomen van het CIP (
Christelijk Informatie Platform)

Noot van A. Klein:
Bovenstaand artikel, alweer van iemand waarvan ik nog niet eerder iets had gehoord of gelezen, vond ik zo goed en duidelijk geschreven dat ik besloten heb het op ons weblog te plaatsen.
Wij willen u graag nog op enkel studies op onze website http://www.eindtijdbode/ wijzen die dieper ingaan op onderwerpen die hierboven aan de orde komen, zoals:

1. “
De Gever en Zijn Gaven (Deel 1 – over de DOOP met Gods Heilige Geest)", van CJH Theys, op ons weblog vanaf 10-5-2010 (elke maand een hoofdstuk).
2. “
De natuurlijke mens en de Heilige Geest”, van CJH Theys.
3. “De ‘
Spade Regen opwekking’ (over de UITSTORTING van de Heilige Geest)”, van H. Siliakus, op ons weblog van 24-4-2010.
4. “
De volmaaktheid in Christus op aarde, in de eindtijd” van E. van den Worm.
5. “
De uiteindelijke, Goddelijke HEERLIJKHEID van de ware Gemeente van de Here Jezus Christus in de eindtijd, die is GROTER dan die van de eerste Gemeente” van E. van den Worm.
6. “
De werkingen van de Geest in de eindtijd”, van E. van den Worm.

Als hemelvlammen de aarde raken - Gods Geest en heerlijkheid IN ons

vrijdag 23 juli 2010

Boekbespreking 13: De dag van JaHWeH (De dag des Heren)


Een Bijbelstudie van Bijbelleraar E. van den Worm,[1]
uitgegeven door uitgeverij “De Eindtijdbode”.

Een inleidend woord
Wij vormen "het geslacht van de laatste dagen", dat leeft temidden van grote geestelijke krachten, die zich in deze laatste fase van de "einden der eeuwen" vormen en ontwikkelen. En het is zo dat wij, door het leven temidden hiervan èn door de genadige werkingen van de Heilige Geest – aangaande de profetische uitspraken, die deze sluitingstijd van Gods genade en bemoeienis met het zondige mensengeslacht betreffen – steeds meer licht (en dus inzicht) ontvangen. Wij gaan alles aangaande de eindtijd dan, door de praktijk van het leven en door de tijd waarin wij leven, als begenadigde kinderen Gods beter zien en begrijpen.
En hoe dichter wij het absolute einde van Gods genadetijd naderen, hoe volmaakter onze visie, door het licht (en dus inzicht) van de Heilige Geest, op dit alles wordt.
Laten wij ons daarom volkomen doen leiden door de geschreven profetieën uit de Schrift, zonder dat wij een bevooroordeeld hart hebben; zonder enig vooroordeel als gevolg van een overtuiging, gevormd door de gevestigde mening van MENSEN, hoe “wijs” deze in onze ogen ook mogen lijken, om zo, onder de voortreffelijke leiding van de Heilige Geest èn met een biddend, open hart, te komen achter de werkelijke waarheden van de, reeds vele eeuwen terug, geprofeteerde ontwikkelingen en krachten, waar wij in de laatste dagen mee te maken krijgen, namelijk met alles wat betrekking heeft op de slottaferelen (d.i. de eind[tijd]-gebeurtenissen) van Gods strijdende Gemeente/Kerk op aarde en haar vijanden van het laatste uur.
Deze korte handleiding over de eschatologische ontwikkelingen (d.i. de ontwikkelingen over het einde van de wereld en het laatste oordeel), in het licht, zoals WIJ die in de oprechte benadering van de Schriften zien, wil hiertoe een bijdrage vormen om te komen tot een volledig inzicht en verklaring van Gods profetisch Woord met betrekking tot deze laatste dagen. De Here zal Zijn Gemeente(leden), hen die een biddend, dankend en wijs hart hebben, hier zeker toe leiden.

Wat verstaat de Schrift onder “de Dag van de Heer”?
Zef. 1:14-18 is reeds eerder geciteerd (zie de complete studie!).
De Schrift verstaat hieronder dus de tijd van Gods oordelen, die in de eindtijd over de zondige Gemeente/Kerk en wereld komen. De Schrift kent 3 soorten – in sterkte steeds toenemende – Goddelijke oordelen:

1. Zegel-oordelen, waardoor 1/4 van de mensheid van ruim 6 miljard mensen (dus ± 1½ miljard) sterft.
Deze oordelen dienen om voornamelijk de ingeslapen, in zonde vervallen Christenheid tot berouwvolle bekering te brengen.
Openb. 6:8b, “En hun werd macht gegeven om te doden tot het vierde deel van de aarde (d.i. 1,5 miljard mensen), met zwaard, en met honger, en met de (gewelddadige) dood, en door de wilde beesten van deze aarde."
1 Petr. 4:17, "Want het is de tijd, dat het oordeel begint bij het huis van God (d.i. de Gemeente/Kerk); en indien het (oordeel) eerst bij ons begint, wat zal het einde zijn van degenen, die het Evangelie van God ongehoorzaam zijn?"

2. Bazuin-oordelen, waardoor 1/3 van de dan nog, na de zegel-oordelen, overgebleven mensheid van ca. 4½ miljard (dus weer ± 1½ miljard) sterft. Deze oordelen dienen om de zondige wereld – de wereldsgezinde mensen, dus ook de wereldsgezinde christenen – aan te dringen tot bekering.
Openb. 9:18, “Door deze drie (plagen) werd het derde deel van de mensen gedood, namelijk door het vuur, en door de rook, en door het sulfer (d.i. zwavel), dat uit hun monden uitging.”

3. Fiool- of schaaloordelen, waardoor de hele dan nog bestaande, antichristelijke mensheid wordt gedood.
Matth. 24:38-39, “Want gelijk zij waren in de dagen voor de zondvloed, etende en drinkende, trouwende en ten huwelijk uitgevende, tot de dag toe, in welke Noach in de ark ging; en bekenden het (oordeel over de zonde) niet, totdat de zondvloed kwam, en hen allen wegnam; alzo zal ook zijn de toekomst (d.i. de Wederkomst) van de Zoon des mensen.”
Openb. 19:15, “En uit Zijn mond ging een scherp zwaard, opdat Hij daarmee de heidenen slaan zou. En Hij zal hen hoeden met een ijzeren roede; en Hij treedt de wijnpersbak met de wijn van de toorn en de gramschap van de almachtige God.”
De apostel Johannes werd – door de Heilige Geest – in de geest in deze eindtijd gebracht.
Openb. 1:10a, “En ik (d.i. Johannes) was in de geest op de dag des Heren.”
In deze studie worden slechts de zegel-oordelen behandeld.

Tot zover de “Boekbespreking”. Als u deze studie wilt lezen,
KLIK HIER.

A. Klein

[1] Als u iets meer wilt weten over deze Bijbelleraar, zie dan het artikel op ons Weblog van 23-10-2009.
KLIK HIER

zaterdag 10 juli 2010

De Gever en Zijn Gaven - hoofdstuk 3

.





Deel 1:
De doop met de Heilige Geest







Excuses in verband met de gave van de Heilige Geest
In de bediening van de Geest, waarin ik door genade al jarenlang mag staan, ben ik tot de conclusie gekomen, dat de problemen in verband met de gave van de Heilige Geest er veelal zijn, omdat deze fundamentele leerstelling de meeste gelovigen verkeerd geleerd wordt. De meeste christenen geloven wel in de gave van de Heilige Geest, maar weten niet eens, dat zij de Heilige Geest moeten ontvangen als Gods gave, die wordt uitgestort. Hoe dat komt? Wel, het is hun verkeerd geleerd!
Het is door dit verkeerde onderwijs, dat zij geloven, dat zij de Heilige Geest reeds ontvangen hebben! Daar wordt in de door hen bezochte kringen zonder meer onderwezen, dat zij de gave van de Heilige Geest “in het geloof moeten aanvaarden”. Deze gelovigen weten niets van die wondervolle manifestaties van de Geest (Gods Geest wel te verstaan!) en van Zijn heerlijkheden, die deze gave, net als in de dagen van de apostelen (lees het Bijbelboek Handelingen), vergezellen. Zij ontvangen daarom ook niets en blijven geestelijk gesproken “droog, leeg en arm”.
Zij ontberen de kracht van Gods Geest in hun leven en vanzelfsprekend ook in hun bediening!

De gave van de Heilige Geest wordt verward met de wedergeboorte
Door de gesprekken die ik mocht hebben met gelovigen uit andere kringen, heb ik mogen opmerken, dat deze gave van de Heilige Geest verward wordt met een andere ervaring, namelijk die van de wedergeboorte.
De doop met de Heilige Geest is volstrekt niet de wedergeboorte en deze laatste beslist niet de Geestesdoop. Allen die denken, dat dit wel het geval is, dwalen!
De wedergeboorte is echter wel een werking van dezelfde (Goddelijke) Geest. Het is door de wedergeboorte, dat wij “nieuwe mensen” worden, nieuwe schepselen in Christus[1]. Bij Zijn geboorte werd de Zoon des Mensen het Nieuwe Schepsel in de diepste en rijkste betekenis van het woord. Indien nu de ervaring “wedergeboren te zijn” volkomen toereikend zou zijn geweest voor al Gods plannen, waarom en waartoe wachtte dan ook Jezus, de Zoon van God, terwijl Hij stond in het water van de Jordaan, totdat Hij die kostelijke gave van de Heilige Geest, of wel die doop met de Heilige Geest, had ontvangen? Was het niet omdat Hij, ja, zelfs Hij, die gezegende zalving van Gods Geest nodig had voor Zijn wondervolle bediening tot redding van de mensheid?
Het was deze zalving van God, die Hem volkomen heerschappij deed hebben over (de machten in) de wereld en het (zondige) vlees en over (de macht van) satan. In dit zo sublieme[2] leven werd dit bewezen tijdens Zijn verzoeking in de woestijn.
In Johannes 3 heeft Jezus de noodzaak van de wedergeboorte verklaard en later, in Johannes 14 en 15, heeft Hij tot driemaal toe deze gave van de Heilige Geest beloofd.
Als wij vandaag-de-dag over “Pinksteren” spreken, dan bedoelen wij er het wonder mee, dat op de Pinksterdag gebeurde en dat door Petrus werd verklaard, te beginnen met de woorden: “Maar dit is het wat gesproken is door de profeet Joël.” (Hand. 2:16). En dit wonder was de doop met de Heilige Geest (d.i. Gods HEILIGE Geest), Die uitgestort werd, precies op die dag, die – in typebeeld – al gekend werd in de symbolische ordinantiën (of voorschriften) van Israël.
Zoals God de Vader Zijn levensadem blies op de levenloze en onbezielde vorm van de eerste mens (Adam), waardoor deze een “levende ziel” werd, net zo werden de wachtende discipelen in de opperzaal[3] getransformeerd (dat is – in geestelijke zin – veranderd) tot nieuwe wezens, toen Jezus Christus, de tweede Adam, de Heer van hemel en aarde, Zijn levensadem van opstandingskracht op hen blies: de Heilige Geest kwam vanuit de hemel “als een geweldig gedreven wind” (zie Hand. 2:2, SV). Het was toen niet alleen maar een blazen van levensadem, maar het zenden van een storm van Goddelijke kracht.
Pas op dat moment ontvingen zij de (beloofde) “Kracht uit de Hoogte” (zie Luk. 24:49) en werden zij ALLEN vervuld met de Heilige Geest en begonnen te spreken met andere tongen (de zgn. ‘tongentaal’ – zie noot[4]). Toen werd Handelingen 1:5 vervuld “want Johannes doopte wel met water, maar u zult met de Heilige Geest gedoopt worden, niet lang na deze dagen” en van toen af aan waren zij bekwaam om (waarlijk) Zijn getuigen te zijn[5] (zie Hand. 1:8).
Dit “bekleed worden” met “kracht uit de hoogte” (zie Luk. 24:49, HSV), deze doop met de Heilige Geest, dit ondergedompeld worden in de Geest van God, werd en is GODS STANDAARD (of maatstaf) voor de nieuwe tijdsbedeling[6], de bedeling van de Gemeente.
Gods drie getuigenissen van de Bijbelse doop met de Heilige Geest zijn achtereenvolgens:
1. de Pinksterdag (zie Hand. 2),
2. het huis van Cornelius, de hoofdman (zie Hand. 10), en
3. het geval van de gelovigen te Efeze (zie Hand. 19).
Er zijn drie getuigenissen en… een drievoudige getuigenis van God is een volmaakt getuigenis van God. Dit moet voldoende zijn voor alle gelovigen als HET bewijs, dat het de Schriftuurlijke standaard is voor de tijdsbedeling van het Evangelie, dit is, de tijdsbedeling van de Heilige Geest![7] De manifestatie (van Gods Geest) van 2000 jaar geleden (zie Hand. 2) is nog altijd dezelfde! Amen!

KLIK HIER als u deze studie – die te lang is voor op het weblog – verder wilt lezen.

CJH Theys

[1] Je zou m.i. beter kunnen zeggen dat er bij de wedergeboorte een begin gemaakt wordt met “de nieuwe mens”, het nieuwe schepsel in Christus. Net zoals er bij de natuurlijke geboorte eerst de “baby fase” is, zijn wij m.i. ook bij onze wedergeboorte (vaak) nog maar baby’s in Christus, en dus niet gelijk (geestelijk) VOLWASSEN, laat staan “VOLMAAKT in Christus”. Pas als wij waarlijk VERVULD (d.i. gedrenkt, doordrenkt) zijn met Gods Geest, dan is m.i. de volgende Bijbeltekst pas ECHT van toepassing: “Daarom, als iemand IN Christus is, is hij (waarlijk) een nieuwe schepping: het oude is voorbijgegaan, zie, ALLES is NIEUW geworden”. Zie vooral ook nog de toelichting bij noot 11.
[2] Subliem = Zeer verheven, meer dan voortreffelijk, in hoge mate edel.
[3] Zie eventueel op ons Weblog van 21-5-2009 het artikel “De Opperzaalgemeente” van H. Siliakus.
[4] De zgn. “tongentaal” (de NBV spreekt van “klanktaal”) is m.i. iets anders dan het spreken in vreemde (of andere) talen. In 1 Kor. 14:2 staat: Wie namelijk tongentaal spreekt, spreekt niet voor mensen, maar voor God, want niemand verstaat hem, maar in zijn geest spreekt hij geheimenissen” (HSV). En in 1 Kor. 14:4a staat: Wie tongentaal spreekt, bouwt zichzelf op… (HSV). Ook zegt Paulus in 1 Kor. 14 vers 18-19: Ik dank God dat ik meer dan u allen in tongen spreek. In de gemeente echter wil ik liever 5 woorden spreken met mijn verstand, om ook anderen te onderwijzen, dan 10.000 woorden in tongentaal” (HSV).
Het spreken in vreemde (of andere) talen is m.i. een “taal uit een ander land spreken”, een taal die je zelf niet machtig bent, maar die Gods Geest door jou heen kan spreken (als Hij dat nodig acht), zodat buitenlandse toehoorders het kunnen verstaan. Lees Handelingen 2:4-12 en wordt overtuigd!
Voor zover ik het nu kan beoordelen is de vertaling van de Herziene Statenvertaling (HSV), wat “tongentaal” of “het spreken in tongen” betreft, beter vertaald dan de Statenvertaling (SV), waar nog te vaak “vreemde talen” vermeld staat, daar waar m.i. “tongentaal” behoort te staan. Ook de Nieuwe Bijbelvertaling (NBV) is hier, wat mij betreft, duidelijker (en dus beter) vertaald met het woord “klanktaal”.
Voor nadere bestudering vermeld ik hierbij wat teksten uit de HSV en de NBV:
· De HSV vermeld het woord “tongentaal” o.a. in de volgende verzen: 1 Kor. 14:2, 4, 13, 14, 19 en 27. En het “spreken in tongen” vermeld de HSV o.a. in 1 Kor. 14:5, 6, 18, 23, en 39.
· De NBV vermeld het woord “klanktaal” o.a. in de volgende verzen: 1 Kor. 14:2, 4, 5, 6, 13, 14, 16, 18, 19, 22, 23, 26, 27 en 39. En het “spreken in onverstaanbare klanken” vermeld de NBV in 1 Kor. 14:9.
[5] Zie eventueel – op onze website
http://www.eindtijdbode.nl/ – de studie “Onze aardse roeping: En u zult Mijn getuigen zijn”, van E. van den Worm.
[6] De nieuwe tijdsbedeling = Het tijdperk waarmee de periode van 2000 jaar van de Gemeente, en van de Heilige Geest, en van Gods genade voor de mensheid wordt bedoeld De telling van deze periode van 2000 jaar is m.i. begonnen bij de aanvang van Jezus bediening op aarde.
[7] Zie noot 6.

vrijdag 9 juli 2010

Boekbespreking 12: Een ANDER geluid - Is de visie aangaande de zgn. OPNAME wel juist ?


Een artikel van A. Klein,
uitgegeven door uitgeverij “De Eindtijdbode”.

Voorwoord:
Het valt mij zwaar om aan onderstaande studie te beginnen, vanwege de wetenschap dat de inhoud voor velen een brug te ver zal zijn. Als christenen eenmaal een visie op een bepaald onderwerp hebben, is het heel moeilijk om ze ervan te overtuigen dat het – op grond van de Bijbel – niet klopt. (Hoewel het op zich natuurlijk goed is om standvastig te zijn, om niet – zoals staat in Efeze 4 vers 14 – bij elke “wind van leer” heen en weer geslingerd te worden, ofwel van mening of visie te veranderen.)
Als je er, zoals ik, van overtuigd bent dat een bepaalde visie – op grond van de Bijbel – niet klopt, moet je er dan “voor de lieve vrede” over zwijgen, of moet je proberen het (zo duidelijk mogelijk) uit te leggen in de hoop dat mensen er biddend over na zullen gaan denken?
Ik ga voor de 2de optie en hoop zo duidelijk mogelijk uit te leggen hoe ik – en met mij vele anderen – één en ander zien, al is het moeilijk om te bepalen wat voor een ander duidelijk is. En, al wordt het nog zo duidelijk mogelijk uiteengezet, voor iemand die willens en wetens weigert het biddend te lezen en/of te bestuderen zal het nooit duidelijk worden. Toch wil ik een poging wagen, in de hoop dat de Here, zowel u, alsook mij, wijsheid zal geven
door inzicht en leiding van Zijn Heilige Geest.

HET Bijbelvers dat de “OPNAME” zou bewijzen
Voor velen is 1 Thessalonicensen 4 vers 15-17 het vers, het bewijs zo u wilt, voor een OPNAME. En met OPNAME wordt dan bedoeld:
1. Een opname in de hemel
2. voordat de Grote Verdrukking op aarde plaats zal vinden.
Voor alle duidelijkheid vermelden wij hieronder het Bijbelvers (in de Statenvertaling):
“Want dat zeggen wij u door het Woord van de Here, dat WIJ, die levend overblijven zullen tot de toekomst van de Here, niet zullen voorkomen degenen, die ontslapen zijn. Want de Here Zelf zal met een geroep, met de stem van de archangel (d.i. een aartsengel), en met DE BAZUIN GODS nederdalen van de hemel; en die in Christus gestorven zijn, zullen eerst opstaan; daarna WIJ, die levend overgebleven zijn, zullen tesamen met hen (dat zijn: de uit de dood opgestane rechtvaardigen) opgenomen worden in de wolken, DE HERE TEGEMOET, in de lucht; en zo zullen wij altijd met de Here wezen.” (1 Thess. 4:15-17)

Als 1ste punt van discussie wil ik opmerken dat het m.i. onmogelijk is om, aan de hand van bovenstaand Bijbelvers, te zeggen dat het hier om een gebeuren VOOR de Grote Verdrukking gaat.
Er zijn meer Bijbelteksten die over hetzelfde gebeuren lijken te gaan en die m.i. pleiten voor een gebeuren NA de Grote Verdrukking. Om te beginnen vermelden wij Matthéüs 24 vers 29-31:
“En terstond NA de verdrukking (de Grote Verdrukking, zie noot[1]) van die dagen, zal de zon verduisterd worden, en de maan zal haar schijnsel niet geven, en de sterren zullen van de hemel vallen, en de krachten der hemelen zullen bewogen worden. En dan zal in de hemel verschijnen het teken van de Zoon des mensen; en dan zullen al de geslachten van de aarde wenen, en zullen de Zoon des mensen zien (dus is dit de zichtbare Wederkomst), komende op de wolken van de hemel, met grote kracht en heerlijkheid. En Hij zal Zijn engelen uitzenden met EEN BAZUIN VAN GROOT GELUID, en zij zullen Zijn uitverkorenen bijeenvergaderen (de ‘levend overgeblevenen’ en de ‘uit de dood opgestane rechtvaardigen’ uit 1 Thess. 4:15-17) uit de vier winden, van het ene uiterste der hemelen tot het andere uiterste derzelve”.
Er zitten diverse overeenkomsten in de tekst van 1 Thessalonicensen 4:15-17 en Matthéüs 24:29-31, maar ook een groot verschil: in Matthéüs 24:29 staat duidelijk vermeld dat het gebeuren plaats zal vinden NA de (Grote) Verdrukking. Ook 1 Korinthe 15 vers 51-52 is een Bijbeltekst die over hetzelfde gebeuren lijkt te gaan en die m.i. pleit voor een gebeuren NA de Grote Verdrukking.
“Ziet, ik zeg u een verborgenheid: WIJ zullen wel niet allen ontslapen, maar WIJ zullen allen veranderd worden; in een punt des tijds, in een ogenblik, met DE LAATSTE BAZUIN; want de bazuin zal slaan, en de doden zullen onverderfelijk opgewekt worden, en WIJ (degenen die levend overgebleven zijn uit, en dus NA afloop van, de Grote Verdrukking – zie 1 Thess. 4:15-17 en Matth. 24:29-31) zullen veranderd worden”. (1 Kor. 15:51-52)
Ook zou ik nog in willen gaan op de bazuin uit 1 Korinthe 15 vers 51-52. Er staat duidelijk:
de LAATSTE bazuin!
Met de bazuin, die in de diverse teksten hierboven vermeld wordt, wordt m.i. één en dezelfde gebeurtenis bedoeld, namelijk de 7de en dus laatste bazuin van Openbaring 11:15.

Tot zover de “Boekbespreking”. Als u deze studie wilt lezen,
KLIK HIER.

A. Klein

[1] “Want dan zal grote verdrukking wezen, hoedanige (verdrukking) niet is geweest van het begin der wereld tot nu toe, en ook niet zijn zal” (Matth. 24:21).